vrijdag 5 februari 2010

taalverneuken

De Nederlandse taal lijdt aan verschillende kwalen. Allereerst zien we de snel om zich heenrgrijpende verhunning. " Hun hebben voetbal gekeken" en "Hun gaan ook bij La Rive eten." Het is een kwaal waar kennelijk geen kruit tegen gewassen is, en het lijkt wel of we het gevecht tegen de verhunning en masse opgegeven hebben. Ik zou mezelf bij wijze van spreken in 'repeat mode' moeten zetten om tegengas te geven aan de verhunning bij mijn studenten.
De volgende kwaal is de verschraling. Ook hier ligt het niet aan de taal zelf, maar aan degene die hem gebruikt. Eergisteren had ik het in een workshop over een metafoor. Er zijn studenten die niet weten wat dat is, en daar verbaas ik me dan toch over! Ik heb weleens het commentaar gekregen dat ik veel moeilijke woorden gebruik, terwijl ik toch niet bovengemiddeld intellectueel eloquent ben in mijn wijze van verbale expressie. Ik let daar nu op, maar ik moet ook oppassen dat ik niet in Jip en Janneke taal aan HBO studenten les ga geven omdat ze me anders niet kunnen volgen. Ik leid hieruit af het leren van 'moeilijke woorden' niet meer past in het moderne onderwijsrepertoire.
Een mooi voorbeeld: een collega had het in een bepaald verband over ' de engte'. Dat dat al een archaïsch begrip is bleek uit het feit dat een student dacht dat het ging over iets ' om bang van te worden'….Tsja.
De derde kwaal die ik aantref is de verkromming. Daarover valt dikwijls nog flink te lachen, want met name in uitdrukkingen en spreekwoorden ontstaan dan creatieve uitingen als ' je kan hem niks op de buik spelden'. Doet het altijd leuk op een scheurkalender! Schriftelijk werk van studenten is wat de verkromming betreft immer een bron van inspiratie.
In een medium waar je toch boven modaal ABN zou aantreffen (NRC) las ik laatst: "….één van de meest mislukte projecten van Sarkozy…" En ja, dan kom je op de grens waar verkromming leidt tot vernieuwend en creatief taalgebruik.
Hierdoor geïnspireerd kwam ik met een eigen variant: Eén van de meest overleden mensen die ik ken, is Hans Tillema.
Zo zie je maar weer hoe taalverneuken ook weer leidt tot taalverleuken! Tenminste, dat vind ik dan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten