vrijdag 12 februari 2010

om dysforisch van te worden

Dysforie is het omgekeerde van euforie, neem ik aan. Ik kwam het woord tegen in de krant van vandaag, in een klein berichtje over een 'nieuwe' kinderziekte. Deze heet Temperament-disregulatie met dysforie. Nou zijn er de laatste jaren meer kinderziektes bij bedacht; de bekendste en inmiddels alom geaccepteerde 'ziekte' is ADHD.
En daar komt nu dus de temperament-disregulatie met dysforie bij. Het klinkt erg eng, maar het is gewoon dit: een kind heeft minstens drie keer per week 'last' van heftige reacties op gewone stressoren. Dit wordt dan afgewisseld met prikkelbaarheid, somberheid en boosheid. Ach guttegut. Arme schapen.
Ik heb geen graad in de kinderpsychiatrie, maar met een beetje gezond verstand kan je toch bedenken dat de omgevingsfactoren (zeg maar de ouders, familie, crèche, school enz) tegenwoordig al stressoren op zichzelf zijn. Er moet namelijk zoveel, alles is één en al quality-time wat de klok slaat. En dat legt een behoorlijke druk, want nee, er kan niet gelummeld worden, we moeten naar pianoles en hockey en cito bijles omdat papa en mama willen dat je naar 't gymnasium gaat.
Ik wil wedden dat temperament disregulatie een reactie is op de druk van de omgeving. Net zoals wij volwassenen dat kennen, maar wij kunnen ons temperament nèt wat beter reguleren.
Het vervelende met dit soort nieuwe ziektes is dat ouders en opvoeders nu weer gewoon hun eigen ding kunnen gaan doen omdat nu blijkt dat het niet aan de omgeving (en dus ook aan hun), maar het aan het kind zélf ligt dat het onhandelbaar en depressief is. Ik vraag me echt af hoe lang het dan nog duurt voordat 'childhood' als één grote 'disorder' gezien wordt. Dan zijn we van die verantwoordelijkheid ook maar af.

vrijdag 5 februari 2010

taalverneuken

De Nederlandse taal lijdt aan verschillende kwalen. Allereerst zien we de snel om zich heenrgrijpende verhunning. " Hun hebben voetbal gekeken" en "Hun gaan ook bij La Rive eten." Het is een kwaal waar kennelijk geen kruit tegen gewassen is, en het lijkt wel of we het gevecht tegen de verhunning en masse opgegeven hebben. Ik zou mezelf bij wijze van spreken in 'repeat mode' moeten zetten om tegengas te geven aan de verhunning bij mijn studenten.
De volgende kwaal is de verschraling. Ook hier ligt het niet aan de taal zelf, maar aan degene die hem gebruikt. Eergisteren had ik het in een workshop over een metafoor. Er zijn studenten die niet weten wat dat is, en daar verbaas ik me dan toch over! Ik heb weleens het commentaar gekregen dat ik veel moeilijke woorden gebruik, terwijl ik toch niet bovengemiddeld intellectueel eloquent ben in mijn wijze van verbale expressie. Ik let daar nu op, maar ik moet ook oppassen dat ik niet in Jip en Janneke taal aan HBO studenten les ga geven omdat ze me anders niet kunnen volgen. Ik leid hieruit af het leren van 'moeilijke woorden' niet meer past in het moderne onderwijsrepertoire.
Een mooi voorbeeld: een collega had het in een bepaald verband over ' de engte'. Dat dat al een archaïsch begrip is bleek uit het feit dat een student dacht dat het ging over iets ' om bang van te worden'….Tsja.
De derde kwaal die ik aantref is de verkromming. Daarover valt dikwijls nog flink te lachen, want met name in uitdrukkingen en spreekwoorden ontstaan dan creatieve uitingen als ' je kan hem niks op de buik spelden'. Doet het altijd leuk op een scheurkalender! Schriftelijk werk van studenten is wat de verkromming betreft immer een bron van inspiratie.
In een medium waar je toch boven modaal ABN zou aantreffen (NRC) las ik laatst: "….één van de meest mislukte projecten van Sarkozy…" En ja, dan kom je op de grens waar verkromming leidt tot vernieuwend en creatief taalgebruik.
Hierdoor geïnspireerd kwam ik met een eigen variant: Eén van de meest overleden mensen die ik ken, is Hans Tillema.
Zo zie je maar weer hoe taalverneuken ook weer leidt tot taalverleuken! Tenminste, dat vind ik dan.

donderdag 4 februari 2010

what's next?

Al een paar weken valt 's ochtends vroeg de Nrc next bij mij in de bus. Sinds het stenen tijdperk ben ik een Parool lezer, immers de krant van Amsterdam, mijn stad, maar je wilt weleens wat anders; verandering van spijs doet eten. Dus heb ik voor de tweede keer een proefabonnement op de Nrc.next. Ik vind dat een hele inspirerende krant. Jong, scherpzinnig, en crossmediaal. Een krant waar ik regelmatig de schaar inzet, omdat er stukjes instaan die ik wil bewaren. En dat doe ik bij het Parool nauwelijks.
Op donderdagochtend heb ik wat meer tijd om deze krant te lezen. Vandaag was er een groot artikel op de sportpagina over het Nederlandse toppaard Totilas. Het nieuws was dat deze tienjarige hengst nu ook een bijbaan heeft als dekhengst en dat een bescheiden annonce hiervan een nerveuze buzz in het hippische universum veroorzaakte. Het ingevroren sperma is goud waard, zo blijkt. Terwijl ik mijn roggebrood met kaas naar binnenwerkte kreeg ik plotseling een idee, geïnspireerd door Totilas, voor een nieuw format voor BNN.
Stel je voor: een nieuw fundraiser concept waarbij het ingevroren sperma van BNers wordt geveild! En, laten we eerlijk wezen; het predicaat 'dekhengst' zou het ego van menig BNer plezierig prikkelen, dus ik denk niet dat er een tekort aan aanbieders is. Jort, Beau, Martijn, Jan, Gordon, Matthijs, Joep, eigenlijk iederen in die categorie gaat wel een beetje extreem voor een stukje personal branding!
Hoe dat programma kan gaan heten weet ik ook al: de Alfred J. Kwak show.